Dit schreef Thomas Rainey over zijn tijd in Nederland in WO1 [Expositie Duivelseiland]

Dit schreef Thomas Rainey over zijn tijd in Nederland in WO1 [Expositie Duivelseiland]

Thomas Alfred Rainey was piloot in de Royal Naval Air Service in Engeland in 1914. In 1915 kwam hij door vijandelijk vuur in de problemen boven België, en maakte een noodlanding in Nederland. Hij werd geïnterneerd in Groningen, Fort Wierickerschans en Urk. Zijn ontsnappingspogingen waren talrijk. Hij schreef zijn ervaringen op, en illustreerde deze met tekeningen. De pagina's zijn nu te zien bij de expositie aan de Brink 23 in Ruinen.

Dit schreef Rainey op deze pagina

[Rainey beschrijft een moment in het interneringskamp in Groningen aan de rechterkant van de pagina. Aan de linkerkant illustreert hij wat hij vindt van de Urkers]

Rainey aan het woord over groningen en den haag, en tekent de urkers

"Er is geen verandering, niks is anders. Iedereen, alle mannen, zijn min of meer losgeslagen. Heb de commodore voor het eerst ontmoet, een vrij jonge, aardige, maar onbelangrijke man.

Kerstavond. Niemand lijkt ergens om te geven. Het gaat zonder veel fanfare voorbij. Eerste kerstdag. Denk terug aan de laatste keer in Eastchurch, dat waren feestdagen. Hier zijn nu veel dronkaards, verschrikkelijk lawaai, de hele nacht. Kloppen op deuren en ramen. Ben blij als de morgen komt.

Persoonlijk voel ik me vreselijk, en stort me helemaal op een van de snode ontsnappingsplannen. Een mooie, fantastische ontsnapping zit in het vat.

Ik vraag toestemming om naar het Ministerie in Den Haag te gaan. Is het nodig, vragen ze aan de Commodore. Uiteindelijk komt er een telegram van het Ministerie van Oorlog dat ik onder gewapende escorte mag komen. Vertrek om twaalf uur, 5 uur ’s middags arriveren. Het regent hard, geen jas. De minister komt niet. Attaché Dunlop vertelt me dat de Britse delegatie voor mij het erewoord heeft gegeven. Die duurt totdat ik terug ben in het interneerings Depot. Dat heeft mijn plan om te ontsnappen volledig verwoest! ‘Malheure pour mois’ [Narigheid voor mij!]

Kom terug in Groningen na de zaken met de minister en kom erachter dat Dyke, Hainsworth, Lock en de twee Oost-Indische officieren de benen genomen hebben. Dyke verkleed als vrouw. Al mijn plannen liggen in duigen."